Enige tijd geleden bracht de KNVB bij monde van Technisch Directeur Hans van Breukelen naar buiten dat zij een Prestatie- en Innovatie Manager (PIM) hadden aangetrokken. Peter Blangé, winnaar van Olympisch volleybal goud gaat deze nieuwe taak invullen. Eerdere kandidaten die “nee” zeiden tegen de functie waren Gerard Kemkers, bekend als schaatser en coach van o.a. Sven Kramer en Robin van Galen, een uiterst succesvol waterpolo coach. Kemkers vervult momenteel deze rol bij FC Groningen.
Blangé krijgt een tweeledige taak. Enerzijds wordt hij verantwoordelijk voor het bundelen van de aanwezige kennis binnen de KNVB en anderzijds wordt hij verantwoordelijk voor het halen van kennis bij andere clubs en partijen die al veel verder zijn met innovatie dan de KNVB.
In de diverse praatprogramma’s die er zijn over voetbal werd de keuze door vooral oud-voetballers zwaar bekritiseerd. Wim Kieft zei bij Ziggosport letterlijk “Ik wil het gewoon niet van een volleyballer horen.” Kieft heeft duidelijk het CV van Blangé nog niet onder ogen gehad. Blangé was directeur van Ortec, ontwikkelaar van ICT systemen en leverancier van data maar werkte ook voor kenniscentrum Innosportlab op Papendal waar innovatieve ontwikkelingen in de sport worden uitgedacht en in de praktijk gevraagd., de plek waar wetenschap en (top)sport samenkomen.
Is de reactie van Kieft en andere oud-voetballers dan vreemd? Nee, Wim Kieft zit als oud voetballer nog volledig in het oude denken op basis van de bekende (oude) mensen en oude systemen. De komst van “iemand van buiten” laat hem en andere oudgedienden in de weerstand schieten.
Dit zie ik ook in mijn eigen werk bij organisaties gebeuren. Vaak worden mensen van buiten naar binnen gehaald om een verandering door te voeren. Vaak worden deze mensen met argwanende ogen bekeken. Heeft hij of zij wel kennis van de organisatie waarin wij zitten of het werk wat wij doen? Moet hij of zijn ons nu gaan vertellen hoe het anders moet? Allemaal logische en verklaarbare gedachtes.
Tegelijkertijd is mijn stelligste overtuiging dat kennis van buiten naar binnen halen een absolute must is voor succesvol veranderen. Mensen van buiten brengen een nieuwe frisse blik op de oude, vaak wat vastgeroeste systemen en processen die er in organisaties zijn. Wellicht kent u de tegeltjeswijsheid: “Iedereen zei dat het hier niet zou werken, totdat er iemand kwam die dat niet wist.
Met de inzet van managementsimulaties kunnen deze systemen en processen inzichtelijk worden gemaakt en haast letterlijk terug”gebracht in een staat waarin deze te veranderen zijn. Een externe blik, niet gehinderd door de dagdagelijkse modder waar de eigen medewerkers in zitten kan helpen de processen en systemen weer in beweging te zetten op weg naar verandering, op weg naar innovatie.
Zeker als er geïnnoveerd moet worden kan die kennis van buiten zeer bruikbare nieuwe inzichten geven. Steeds meer organisaties geloven daar in en zeker ook in de sportwereld. AZ uit Alkmaar trok eerder uit de volleybalwereld Toon Gebrands aan (nu PSV) en tegenwoordig werkt Robert Eenhoorn daar (honkballer) en ik noemde Gerard Kemkers bij FC Groningen al. Rob Druppers (atletiek) was jarenlang actief bij FC Utrecht. De schaatsers en wielrenners van Lotto Jumbo wisselen inmiddels ook kennis uit.
De KNVB heeft die stap inmiddels ook gezet. Wanneer laat u iemand met een frisse blik in uw keuken kijken?