Woensdag 4 juli werd de Nederlandse Olympische ploeg officieel overgedragen. Op dat moment gaan de sporters vanuit de verschillende sportbonden symbolisch op in een Olympisch Nederlands team. Alle sporters, coaches en begeleiders komen als individu en gaan Nederlands Olympisch Team weer weg, een mooi gegeven. Ondertussen is Nederland druk met het proberen binnen te halen van het grootste sportevenement ter wereld in het jaar 2028, fantastisch. Ondertussen sterft Nederland, Topsportland een langzame dood.

De afgelopen weken was er veel sport op televisie. Natuurlijk het EK voetbal waar de dik betaalde voetballers na drie nederlagen ruziënd te onder gingen. Vlak daarvoor was Roland Garros en daarna Wimbledon. Maar Neerlands hoop Arantxa Rus kwam even positief in beeld met het verslaan van een top 10 speelsters om in de ronde er na kansloos van de baan gemept te worden. En nu heel veel aandacht voor de Tour de France. Wielrennen is ook een sport waar Nederland eigenlijk niet meer mee telt, in ieder geval op de weg waar de laatste touretappezege (Pieter Weening) alweer dateert van 2005, over de laatste tourzege nog maar te zwijgen. Daarnaast staat die sport bol van het dopinggebruik of op zijn minst verhalen daar over. Op de baan tellen we een beetje mee maar ook dat valt de laatste tijd tegen. Veel aandacht dus voor sporten waar Nederland meer en meer de aansluiting met de top aan het verliezen is.

Dat de volleyballers dit seizoen de Europa League (EL) wonnen is de meeste Nederlanders volkomen ontgaan. Het is ook niets natuurlijk, die EL,  nadat de lange mannen in 1996 de berg Olympus bedwongen.  In en op het water (hard of zacht) tellen we nog wel een beetje mee. Al komt het bij het schaatsen vooral doordat de commercie (met dank aan Rintje Ritsma) er op gedoken is en daar over het algemeen iets meer geld beschikbaar is.

Atletiek beleefde de afgelopen maand het beste EK ooit, dus daar gloort hoop. Veel talenten timmeren aan de weg en zijn goed bezig. Maar zoals bij zo veel sporten is er als atleet niet genoeg geld binnen te halen om na je sportcarrière op je lauweren te rusten, studie is daarom van groot belang.

Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is verantwoordelijk voor het topsportklimaat in Nederland. Op de website (http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/sport/topsport) is daarover het volgende op te vinden:

Nederland wil als sportland bij de internationale top 10 horen. Daarom investeert de Rijksoverheid in een positief topsportklimaat zodat topsporters optimaal kunnen presteren en medailles kunnen winnen.

En dan komt er een lijstje van zaken die door de overheid geregeld worden, prachtig. Voor de oplettende lezer. De link verwijst naar “rijksoverheid.nl”

Maar dan, een ander onderdeel van onze overheid is het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Op dezelfde site (rijskoverheid.nl) staat een stuk over het hogere collegegeld dat langstudeerders moeten betalen (http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/hoger-onderwijs/collegegeld-en-studiefinanciering/hoger-collegegeld-voor-langstudeerders).

Topsporters die studeren wat noodzakelijk is voor hun carrière na de sport zijn, haast per definitie, langstudeerders. Dus waar dezelfde overheid bij het ene ministerie wil investeren in de sport laat een ander ministerie de sporter betalen als langstudeerder.  Dat kan je op zijn minst vreemd noemen. HBO besturen trokken deze week aan de bel. Waarschijnlijk goed bedoelt maar erg laat. De regeling is al een hele tijd bekend maar nu met de spelen in zicht denken ze waarschijnlijk meer kans te maken. Een aantal Hogescholen maakt namelijk gewoon goede sier met de prestaties op sportgebied van hun langstudeerders. Ze hebben er voordeel bij als deze sporters blijven studeren en aan hun hogeschool hun studie afmaken.  De sporter is gewoon een prachtig uithangbord.

Hetzelfde geldt natuurlijk voor het MBO waar ook talentvolle sporters rondlopen. Verhoogde urennorm naar 1000 maakt het de sporter niet makkelijker en veel scholen zien zich door de teruglopende inkomsten en bezuinigen genoodzaakt hun ondersteuning aan topsporttalent te staken. Een mooi voorbeeld is ROC Aventus dat moest stoppen met de Wieler- en Atletiekschool.  Dat is met het oog op Nederland Topsportland onverteerbaar.

En dan tot slot komt vandaag (5 juli) het bericht naar buiten dat het ministerie van Defensie drie weken voor de spelen telefonisch aan hun topsporters laat weten dat zij per 1 december stoppen met de militaire sportploeg. De Topsport Selectie werd in 2003 opgericht om sporters de kans te geven hun werkzaamheden bij defensie te combineren met een topsportcarrière

Voor de Londen gangers judoka’s kapitein Guillaume Elmont en Elisabeth Willeboordse, en hordeloper sergeant Gregory Sedoc betekent het dat ze na de Olympische Spelen op zoek moeten naar een andere baan, waarmee ze sport kunnen combineren.

Hoe kan het dat één overheid hard roept dat Nederland een topsportland moet zijn (internationaal bij de top 10 horen!) en tegelijkertijd het grote talent wat in Nederland rondloopt het sporten vrijwel onmogelijk maakt.

Voor mij is dit gebrek aan visie, daar heeft deze overheid vaker last van. Maar ook een visie (overheid breed) op topsport ontbreekt. Willen we als Nederland inderdaad bij de top 10 horen moet een topsportvisie liggen waarin aandacht is voor onderwijs over de hele linie: VO, MBO, HBO en WO en het combineren van werk en sport bij overheidsinstanties. Roepen dat sporters maar sponsoren moeten gaan zoeken is veel te kort door de bocht en doet geen eer aan de prestaties die vooral door de kleinere sporten worden geleverd! De sporten waar veel minder geld is doen de laatste tijd vooral van zich gelden. De overheid kijkt de andere kant op en Nederland Topsportland sterft een langzame dood.

Op die manier kunnen we alle bakken met geld die wij uitgeven aan het binnen hengelen van de Spelen in 2028 beter aan een ander doel besteden (zorg en onderwijs zitten er om te springen).