Iedereen die mij wat beter kent weet dat ik mij bezig houd met wat er in het onderwijs allemaal aan het veranderen is of veranderen moet om uiteindelijk te komen tot het excellente onderwijs wat kinderen volledig voorbereid om de ongewisse toekomst, als dat al mogelijk is en met bijzondere aandacht voor de rol van technische middelen (o.a. ICT) om dit te bereiken.
Er is echter een aspect van binnen het onderwijs waarvan ik steeds meer het idee krijg dat we beter terug zouden kunnen keren naar enkele jaren geleden. Ik baseer dit op de verhalen die ik hoor over de scholen waar mijn eigen kinderen veel van hun tijd doorbrengen en ik zou graag horen of dat een breder fenomeen is. Ik heb het over kinderen aanspreken op hun gedrag en daarvoor “straffen”.
De laatste jaren krijg ik meer en meer het beeld dat leerkrachten steeds minder individuele kinderen aanspreken op storend gedrag in de klas en vaker klassikaal straffen voor het gedrag van een kleine groep vervelende kinderen.
Zonder mijn eigen kinderen als engeltjes te zien vertellen zij mij dat de hele klas na moest blijven of een half uur korter gymmen om dat Pietje of Simone zich vervelend hebben gedragen. Ook geven zij aan dat zij en andere kinderen dit met toenemende mate niet leuk vinden en zelfs oneerlijk.
Ik heb hier eens met een van de docenten over gesproken en zij geeft aan dat zij op deze manier kinderen willen leren om zelf een grens te trekken en elkaar (!) aan te spreken op het vervelende gedrag. Docenten zijn hier zelfs voor op training geweest. Helaas zien zij hierbij volledig over het hoofd dat de aangesproken kinderen buiten schooltijd regelmatig aan de “klikkende” kinderen laten zien dat dat niet geaccepteerd wordt. Hierbij is meer dan eens een fiets gesneuveld of een blauw oog ontstaan. Je laat het dus wel uit je hoofd om iemand aan te spreken temeer daar de leerkracht nooit laat zien hoe dat moet en dus geen voorbeeldgedrag laat zien.
Ook hier geldt in sterke mate: kinderen doet niet wat leerkrachten zeggen, ze doen wat leerkrachten doen. Kinderen kopiëren gedrag, van elkaar maar ook van de leerkracht. Wil je kinderen leren elkaar aan te spreken op gedrag zal je dat zelf ook moeten doen. En aan wat je zegt en waar je mee dreigt ook invulling geven. En dat is wat anders dan in het algemeen roepen: “ik vind jullie heel vervelend vandaag en daarom vandaag een half uur minder gym.” Jullie zijn niet vervelend, maar die Pietje of Simone. Zeggen dus dat Pietje vervelend is en waarom hij vervelend, welk gedrag de irritatie oproept en Pietje bestraffen. Daar gaat een voorbeeld werking van uit en daar kunnen kinderen wat mee.
Vroeger werden kinderen als ze vervelend waren met hun neus naar de muur in de hoek gezet. Soms verlang ik daar naar terug. Dat gaat misschien wat ver maar volgens mij zijn ze nu te ver doorgeslagen in het vertrouwen op de eigen verantwoordelijkheid van kinderen. Die kunnen ze alleen nemen als de leerkracht laat zien hoe dat moet en dat zie ik de laatste jaren in een rap tempo afnemen.