Het is al weer enige jaren geleden dat ik een opdracht deed bij een grote bank in Nederland. Mijn werkplek zat op de tiende verdieping zeg ik nu maar het kan ook de achtste of de elfde zijn geweest. Het gebouw bestond uit een aantal torens die op alle verdiepingen met elkaar verbonden waren.
Op een gegeven moment mochten afdelingen niet zomaar met elkaar verbonden zijn en werden “Chinese walls” geïntroduceerd. “Chinese walls” zijn denkbeeldige scheidingswanden tussen diverse afdelingen van financiële instellingen (vooral banken). Op de grond van deze Chinese muren moet voorkomen worden dat de koersgevoelige informatie te vroeg bij bepaalde afdelingen terechtkomt.
Deze “muren” zorgden ervoor dat de al verouderde liften van de ene op de andere dag veel intensiever gebruikt gingen worden en dat in de weken daarna de liften met grote regelmaat bleven hangen. Zo ook de keer dat ik na een afspraak buiten de deur wat later op kantoor kwam en in de centrale hal een van de liften naar boven nam. De lift, geschikt voor 12 was met 10 mannen en vrouwen best vol en ik vond achter in de hoek een plekje want ik moest naar de hoogste etage van de groep. Schuin voor mij stond een man in pak die ik herkende als een van de jonge, ambitieuze, managers die hier rond liepen, uit de conversatie met de vrouw naast hem concludeerde ik dat het zijn partner was, in ieder geval, dat hoop ik. Daarvoor stond een man die gezien zijn kleding bij de technische dienst aan het werk was.
We zoeven omhoog maar voorbij verdieping 4 ging het mis. Met een harde schok komt de lift plots tot stilstand. De vierde zijn we voorbij maar de vijfde verdieping hebben we nog niet bereikt. Het wordt stil in de lift. Na vijf minuten wordt duidelijk dat er echt geen beweging in gaat komen en beginnen de reizigers weer te praten. Als eerste de jonge manager: “Als we nu met ons tweeën zouden zijn, zou ik het wel weten” zegt hij tegen de vrouw naast hem. Zij giechelt en zegt daarna dat hij dat beter niet kan zeggen. Een andere man maakt zijn stropdas losser en maakt zijn bovenste knoopje los “ik krijg het benauwd, we moeten iets doen”. De man van de TD zegt dat iedereen gewoon rustig moet blijven. “Ik heb al op de alarmknop gedrukt dus mijn collega’s weten al dat we hier vast zitten. Als jullie even wat stiller zijn kan ik ze mobiel bellen en overleggen. Zij weten niet waar we precies vast zitten maar ik wel. Rustig blijven ademhalen. Het kan even duren maar we komen hieruit. Wij hebben de afgelopen vaker met dit probleem gezeten.”
“Waarom hebben jullie daar dan verd**me niets aan gedaan” zegt de jonge manager “ik heb zo wel een belangrijke meeting”. “Dat spijt mij” zegt de TD’er, “helaas bepalen wij niet dat er Chinese walls tussen de afdelingen komen en ook niet hoeveel geld er naar onderhoud moet. Wel weet ik dat wij toen de plannen over de Chinese walls werden gedeeld gezegd hebben dat er dan problemen met de liften konden ontstaan. Maar goed daar kunnen we nu niets mee. Zullen we rustig afwachten dat we er uit gehaald worden en kan ik nu dan even bellen? Dank je.” In het gesprek dat volgt wordt uitgelegd waar we zitten en met hoeveel mensen.
Zonder het bewust te doen of wellicht te weten zien een manager die zich verliest in hoe belangrijk hij denkt te zijn maar in deze situatie hopeloos verloren is en eigenlijk vooral in de weg zit. Daarnaast is er een man van de technische dienst in zijn werkoverall die juist in deze situatie precies weet wat hij doen en het leiderschap pakt waar deze situatie om vraagt.
Na 1,5 uur worden we bevrijd en staan we op de vierde in de gang. “Zo”, zegt de manager “dat hebben we goed geregeld, snel naar die belangrijke meeting, dan kan ik nog een stuk meepakken.” De man van de TD, geeft mij een knipoog: “ga je mee een bakkie koffie doen, dat hebben we wel verdiend vind ik”.
Lachend lopen we met 8 man naar de koffiecorner.
Photo by Jehyun Sung on Unsplash